Het Psychodiagnostisch Centrum, afgekort als PDC, was een expertisecentrum dat bestond binnen de opleiding Toegepaste Psychologie van 2008 tot 2024. De focus van dit expertisecentrum lag op alles wat met psychodiagnostiek te maken had, zowel op vlak van onderwijs als onderzoek.
Het verhaal van het PDC begint niet bij Thomas More, maar elders. In 1989 werkte Walter Magez voor wat toen nog het PMS (het ‘Psycho-Medisch-Sociaal Centrum) heette, en wat later deel zou gaan uitmaken van de huidige CLB’s. Magez was enorm begaan met het accuraat in beeld brengen van de problemen van kinderen en jongeren en stelde vast dat er in die tijd betrekkelijk weinig aandacht ging naar de kwaliteit van instrumenten die men gebruikte om die problemen in kaart te brengen. Hij vond dat hier iets aan moest worden gedaan. In 1989 richtte hij het Coördinatieteam Antwerpen voor Psychodiagnostiek (C.A.P. VZW) op. De vereniging was in leven geroepen met één voornaamste taak: het informeren van professionals over de aard en de kwaliteit van diagnostische instrumenten. Gedurende vele jaren was CAP de énige instantie in Vlaanderen die testbeoordelingen publiceerde op haar website, wat een enorme meerwaarde was voor professionals in het schools-pedagogische veld. CAP heeft deze opdracht gedurende vele jaren vervuld, tot grote waardering van het werkveld.
In 2007 publiceerde CAP een onderzoeksrapport genaamd “Intelligentiemeting in nieuwe banen: de integratie van het CHC-model in de psychodiagnostische praktijk”. In de wereld van intelligentieonderzoek was er op dat moment immers heel wat aan het veranderen. Het CHC-model was toen zijn opmars aan het maken in de Verenigde Staten. Het CHC-model is een zeer belangrijk model binnen het domein van intelligentiemeting en momenteel wordt het aanzien als het beste en empirisch meest ondersteunde model als het gaat over cognitieve vaardigheden. Magez had altijd een bijzondere interesse in intelligentiemeting en hij was zich bewust van de evoluties die bezig waren binnen dat domein. Hij wou het model gangbaar maken in Vlaanderen en wou inhaken op de evoluties die internationaal gaande waren specifiek met de bedoeling om de kwaliteit van intelligentiemeting ook hier te verbeteren. Het rapport van CAP is het startschot geweest waarna het CHC-model geleidelijk aan meer ingang zou beginnen vinden in de Vlaamse onderzoeks- en praktijkwereld.
Een belangrijke vaststelling in dit rapport was dat er in Vlaanderen geen intelligentietest beschikbaar was die was opgebouwd volgens dat steeds belangrijker wordende CHC-model. De courante intelligentietests in die periode waren nog opgebouwd volgens het klassieke Wechsler-model (een verouderd model dat door het CHC-model werd voorbijgestreefd). Bovendien kwamen er signalen vanuit het werkveld dat diezelfde instrumenten ook onvoldoende handvatten boden aan de professionals om tot praktische, werkbare adviezen te komen voor de leerlingen waarbij ze de instrumenten afnamen. Vanuit deze vaststelling begon het idee te groeien bij Magez om te werken aan nieuw instrument dat anders zou worden geconcipieerd volgens nieuwe inzichten en kwaliteitseisen. De ontwikkeling van een nieuw instrument, zeker een intelligentietest, vereist echter heel wat planning en coördinatie, maar ook aanzienlijke financiële investeringen. Daarnaast zat het werkveld ook met andere noden: uitgeverijen, universiteiten, andere verenigingen, … waren allen op hun eigen manier bezig met diagnostiek en de behoefte aan een gespecialiseerde instantie die een coördinerende rol kon opnemen begon te groeien. Men begon te beseffen dat er een nieuwe structuur moeten worden opgericht die CAP zou kunnen helpen om haar ambities mee te realiseren. En zo kwam de opleiding Toegepaste Psychologie aan Thomas More geleidelijk aan in het vizier. Onze opleiding leek voor CAP de geschikte partner. Magez was immers reeds gekend bij de opleiding. Hij was in hetzelfde jaar (2007) van het publiceren van zijn rapport gestart (samen met Wim De Cleen) met het archiveren van oud testmateriaal in de testotheek van campus Sanderus.
In 2008 vond er een overleg plaats tussen Huge Schouppe (het toenmalig opleidingshoofd), Flora Carrijn (de toenmalige directrice van het toenmalige Lessius) en Walter Magez. Het was niet lang na dit overleg dat men het licht op groen zette en het Psychodiagnostisch Centrum het levenslicht zag. Het PDC werd opgericht als een expertisecentrum gespecialiseerd in de psychodiagnostiek, hier aan onze opleiding, met Veerle Decaluwé als de eerste coördinator. Andere coördinatoren van het PDC doorheen de jaren waren Annemie Bos, Marlies Tierens en Steven Joris.
De algemene doelstelling van het PDC was om actief te zijn op vlak van toegepast wetenschappelijk onderzoek en dienstverlening m.b.t. psychodiagnostiek. Testontwikkeling, testadaptatie, psychometrische oppuntstelling en faire psychodiagnostiek stonden hierbij centraal. De expertise van het PDC lag enerzijds in de aanpassing en hernormering van psychodiagnostische instrumenten aan een Vlaamse populatie. Anderzijds gaf het PDC wetenschappelijk en inhoudelijk advies over kwaliteitsvolle psychodiagnostiek (intelligentie, persoonlijkheid, arbeidsinteresses, …). Jaarlijks bood het PDC ook een aanbod van vormingen om professionele hulpverleners op de hoogte te houden van recente psychodiagnostische ontwikkelingen.
In september 2009 stuurde Magez een schrijven naar het kersverse PDC met het voorstel om samen met CAP een nieuwe intelligentietest te ontwikkelen. In 2010 ging het project officieel van start. Reeds in 2015 was er licht aan het einde van de tunnel en kon men het instrument, de CoVaT-CHC Basisversie, officieel voorstellen. De publicatie van de COVAT-CHC Basisversie was een absolute mijlpaal voor het PDC en voor CAP. Het was de allereerste Vlaams genormeerde intelligentietest, en de allereerste intelligentietest in Vlaanderen die volledig volgens het CHC-model was ontwikkeld. Bovendien was er, om tegemoet te komen aan de noden van het werkveld, bijzondere aandacht gegaan de bruikbaarheid van het instrument om interventiegericht adviezen te geven. Het instrument kreeg ook de nodige erkenning in de jaren die erop volgden: het instrument werd erkend door officiële instanties zoals het VAPH en VAZG. Het instrument was ook het allereerste, en lang ook het enige, instrument dat het hoogste kwaliteitslabel heeft gekregen van de Belgische Testcommissie. Met dit instrument hadden CAP en PDC pionierswerk geleverd.
Het PDC en CAP waren vastbesloten om de innovaties binnen intelligentiemeting op alle mogelijk manieren in Vlaanderen binnen te loodsen. In hetzelfde jaar van publicatie organiseerde men een groots congres, “Intelligentie in nieuwe banen”, verwijzend naar het rapport dat men vanuit CAP zeven jaar eerder had gepubliceerd. Het was groots opgezet congres met internationale allures. Men slaagde er zelfs in om Kevin Mcgrew, wereldwijd één van de grootste autoriteiten op vlak van het CHC-gedachtegoed, te laten spreken op dit congres. Gaandeweg groeide het PDC, en daarmee ook de opleiding, uit tot een autoriteit op vlak van intellentiemeting, CHC-model, testontwikkeling en alles wat er rond hangt. Binnen deze domeinen is de invloed van het PDC en CAP onmiskenbaar.
Doorheen de jaren dat het PDC actief was heeft de expertiseunit zich toegelegd op verschillende zaken, ten dienste van het werkveld. Het PDC was betrokken bij verschillende onderzoeks- en dienstverleningsprojecten met als focus kwaliteitsvolle psychodiagnostiek in Vlaanderen en Europa. Zo was het PDC betrokken bij de ontwikkeling, adaptatie of oppuntstelling van o.a. de Vlaamse Normen Leerling Leerkracht Relatie Vragenlijst (LLRV) (Bernaerts, Magez, Dhaenens, Koomen & Verschueren), de Vlaamse normering van de Complexe Figuur Van Rey (Bernaerts, D’Haenens & Magez), de Vlaamse normering van de 15-woordentest (Bernaerts & Magez), onderzoek naar het gebruik van de WPPSI-III bij allochtone kinderen (Bos & Magez), de Vlaamse normering van de Dimensional Assessment of Personality Pathology-Basic Questionnaire (DAPP-BQ) (Decaluwé), onderzoek naar de validiteit en betrouwbaarheid van de ASK (Florin & Valkeneers), normeringsonderzoek van de BRIEF, de Executieve Functies Gedragsvragenlijst (Bernaerts & Jacobs), normering van de kleutertesten (Bernaerts, Magez & Verniers), Vlaamse normering van de WPPSI-III (Bos & Meganck), de ontwikkeling van de Prestatieniveautest Syntra (Bos & Magez), de ontwikkeling van de COTESS , ...
Het PDC beheerde ook de testotheek van campus Sanderus, die de grootste verzameling van psychologisch testmateriaal heeft. Het PDC stond ook in voor het beheer van een testarchief, het zogeheten Testgeheugen van Vlaanderen. Dit is een plaats waar historisch testmateriaal wordt bewaard en gearchiveerd.
Het PDC besteedde ook als één van de eerste instanties in Vlaanderen aandacht aan faire diagnostiek. Faire diagnostiek impliceert dat je tijdens het psychodiagnostisch proces rekening houdt met alle mogelijke vormen van bias én met de context van kansengroepen waaronder kansarmoede en migratie. Het PDC ondersteunde instanties en zorgverstrekkers hierin door het aanbieden van vormingen of supervisietrajecten op maat.
In het voorjaar van 2022 besloot het toenmalige bestuur van CAP om haar activiteiten stop te zetten en over te dragen aan het PDC. Het PDC engageerde zich ertoe om het werk van CAP verder te zetten, met name wat betreft de kwaliteitsbewaking van psychologisch testmateriaal. In april 2022 werd de vzw definitief ontbonden.
Ondertussen vonden er binnen Thomas More wijzigingen plaats, met name wat betreft de verhouding tussen onderzoek en onderwijs. Onderzoek zou een volwaardige plek krijgen binnen de hogeschool en op een gelijkwaardige manier naast onderwijs komen te staan. Alle onderzoeksactiviteiten zouden bovendien worden losgekoppeld van de verschillende opleidingen. Deze fundamentele hervorming zorgde ervoor dat het PDC als expertiseunit voorbijgestreefd was, en zich moest aanpassen aan nieuwe structuren die werden opgericht. Het PDC werd in het najaar van 2024 officieel ontbonden en haar activiteiten herverdeeld binnen de opleiding Toegepaste Psychologie en de nieuwe opgerichte Onderzoeksgroep Mens en Welzijn (met name binnen de onderzoekslijn 'Assessment en Interventie'). Ook de oprichting van Assessment Hub, een nieuw valorisatieplatform dat is opgericht met de bedoeling om de diagnostische expertise van zowel de opleidingen als de onderzoeksgroep te valoriseren en dissemineren, speelde een belangrijke rol in deze evolutie.
Binnen Thomas More kunnen we bogen op een jarenlange traditie van psychodiagnostische expertise en kunde. Veel van de kennis en ervaring die we hebben over diagnostiek zat binnen het PDC. Het PDC is dan ook vele jaren een belangrijke structuur geweest binnen de opleiding toegepaste psychologie, zowel voor studenten als voor het werkveld. Deze expertise is echter niet verdwenen: ze is nog steeds aanwezig bij de vele collega's die doorheen de jaren betrokken waren bij de werking van het PDC. Vanuit de nieuw opgerichte structuren engageert Thomas More zich om een belangrijke en betrouwbare speler te blijven wanneer het gaat over (psycho)diagnostiek.